Examples of using "Уходишь" in a sentence and their dutch translations:
Gaat u heen?
Ga jij ook?
Doe de deur dicht als je weggaat.
- Ben je weg?
- Zijn jullie weg?
- Bent u weg?
- Gaat u weg?
Ben je weg?
Vergeet niet het licht uit te doen als je weggaat.
Ben je al weg?
Bij het verlaten van de kamer niet het licht laten branden.
Ben je al weg?
Ik begrijp niet waarom je weggaat.
- Ga je dan niet?
- Wil je niet gaan?