Examples of using "Caí" in a sentence and their dutch translations:
Ik viel.
Toen gleed ik uit en viel.
Ik ben in het zwembad gevallen.
- Ik viel in slaap, terwijl ik muziek beluisterde.
- Ik viel in slaap met muziek.
Ik viel en brak mijn arm.
Ik ben tijdens het lezen in slaap gevallen.
- Ik viel niet in slaap.
- Ik ben niet in slaap gevallen.
Ik viel van de trap en ik heb nu veel pijn in mijn rug.
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.