Examples of using "Sono" in a sentence and their dutch translations:
Heb je slaap?
Heb je slaap?
- Ik ben niet slaperig.
- Ik heb geen slaap.
Ik ben slaperig.
Ik heb slaap!
Ben je niet slaperig?
Heb je slaap?
Ik vocht tegen de slaap.
Tom is slaperig.
We zijn allebei erg slaperig.
Ben je nog steeds slaperig?
Ik heb veel slaap.
Tom valt in slaap.
Als je slaperig wordt, dan moet je het zeggen hoor.
Wij hebben goed geslapen.
Ze ontwaakte uit haar sluimer.
- Hoeveel uren slaap heb je nodig?
- Hoeveel uur slaap heb jij nodig?
Hij viel plotseling in slaap.
Het lawaai belette mij te slapen.
De slaap is een perfect geneesmiddel.
- Ik viel in slaap, terwijl ik muziek beluisterde.
- Ik viel in slaap met muziek.
- Tom is in slaap gevallen tijdens het lezen.
- Tom is tijdens het lezen in slaap gevallen.
Ik ben tijdens het lezen in slaap gevallen.
Hoeveel uren slaap heb je nodig?
Na het eten, ben ik altijd slaperig.
Slaap is goed.
Dronkenschap is voorbij na een goede nachtrust, dwaasheid gaat nooit voorbij.
Ik ben moe dus ik ga slapen, oké?
- Ik viel niet in slaap.
- Ik ben niet in slaap gevallen.
Ik kon niet in slaap raken.
Kinderen hebben slaap nodig.
Je bent moe, dus ga naar bed.
Ik ben hartstikke moe maar wil niet naar bed gaan.
Ondanks het belang is het nut van de slaap een mysterie.
- We moeten elke dag ten minste acht uur slapen.
- We hebben minstens acht uur slaap per dag nodig.
Slaap is de beste meditatie.
- Ik kon niet in slaap raken.
- Ik kon niet in slaap komen.
Ik was moe en, wat nog erger is, ik wilde slapen.
Slaap is belangrijk, maar waarom het bestaat, dat blijft een raadsel.
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
Ik vind het goed dat er nog boeken bestaan, maar ze maken mij slaperig.
De slaap moet het mogelijk maken om de gevolgen van een overmatige prikkeling van de zintuigen te compenseren.