Examples of using "Bebi" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb wat water gedronken.
- Ik dronk wat water.
Ik dronk melk.
Ik dronk wat wijn.
Ik dronk koffie.
- Ik heb het water gedronken.
- Ik dronk het water.
Ik heb de koffie gedronken.
Ik heb de wijn gedronken.
Ik denk dat ik te veel gedronken heb.
Ik dronk een biertje.
Ik denk dat ik te veel gedronken heb.
Ik heb al koffie gedronken.
Ik heb te veel gedronken. Mijn gezicht is gezwollen.
Ik heb wat melk gedronken en de rest in de koelkast bewaard.
Ik heb veel gedronken en kan me niet veel herinneren van wat er afgelopen nacht is gebeurd.