Examples of using "Zrób" in a sentence and their dutch translations:
Doe het meteen.
- Maak aantekeningen.
- Maak notities.
Doe iets!
- Maak wat koffie.
- Ga koffiezetten.
- Maak koffie.
Doe het zelf.
Doe het nu.
Doe dat alsjeblieft!
Doe het zelf!
Doe het snel.
Zet het harder.
Doe het opnieuw.
- Doe wat hij je vraagt.
- Doe wat hij je zegt.
Maak mij alstublieft een kop koffie.
Word niet dik.
- Maak geen fout.
- Vergis je er niet in.
- Doe jij jouw werk en doe ik de rest.
- Doet u uw deel en doe ik de rest.
Beweeg je in stilte.