Examples of using "Płacze" in a sentence and their dutch translations:
- Ze huilt.
- Ze is aan het huilen.
- De baby huilt.
- De baby is aan het huilen.
Tom huilt.
Ze huilt voortdurend
Het kind weent al niet meer.
Mijn zus huilt vaak.
Mijn broer huilt vaak.
Vertel me waarom ze huilt.
Ken je dat jongetje dat aan het huilen is?
Het kind weent, want het wil eten.
Ze hoorde hem huilen.