Examples of using "Dałem" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb mijn zus een pop gegeven.
Ik gaf Maria een boek.
- Ik gaf Tom een kalmerend middel.
- Ik gaf Tom een kalmeringsmiddel.
- Ik gaf Tom een sedatief.
Ik gaf Tom nog een kans.
Ik gaf hem mijn adres.
Ik gaf het aan mijn mama.
Ik heb je de verkeerde schroevendraaier gebracht.
Ik gaf de auto het sein om langzamer te rijden.
Ik gaf Tom een licht kalmerend middel.
Ik gaf Tom al mijn geld.
Ik gaf hem een boek.
Hij is de persoon aan wie ik mijn woordenboek heb gegeven.
Ik heb één enkel boek gekocht, dat ik aan een student gegeven heb.
Ik gaf Tom al het geld dat ik bij me had.
Ondanks dat ze allergisch is, heb ik een ei aan het kind gegeven.
Ik gaf mijn moeder 19 bloemen op Moederdag.