Translation of "Bilet" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Bilet" in a sentence and their dutch translations:

Bilet proszę.

- Ticket, alsjeblieft.
- Ticket, alstublieft.

Kupiłeś bilet powrotny?

Heb je een retourkaartje gekocht?

Proszę pokazać bilet.

Uw ticket, alstublieft.

Zgubiłem mój bilet.

Ik ben mijn kaartje kwijt.

Ile kosztował bilet?

Wat kostte het kaartje?

Bilet kosztuje sto euro.

- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.

Pokazałem bilet przed wejściem.

Ik liet mijn kaartje bij de deur zien.

Kupiłeś bilet tam i z powrotem?

Heb je een retourkaartje gekocht?

To zdecydowanie bilet w jedną stronę. Ale decyzja podjęta!

We kunnen nu niet meer terug. We zitten eraan vast.