Translation of "Zgubiłem" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Zgubiłem" in a sentence and their dutch translations:

- Zgubiłem paszport!
- Zgubiłem mój paszport!

Ik ben mijn paspoort kwijt!

Zgubiłem klucz.

- Ik ben de sleutel kwijt.
- Ik heb de sleutel verloren.
- Ik ben de sleutel verloren.

Zgubiłem zegarek.

- Ik ben het horloge verloren.
- Ik heb het horloge verloren.
- Ik heb het polshorloge verloren.

Zgubiłem portfel.

Ik heb mijn portemonnee verloren.

Zgubiłem mój paszport!

Ik ben mijn paspoort kwijt!

Zgubiłem swój ołówek.

Ik ben mijn potlood kwijt.

Zgubiłem mój bilet.

Ik ben mijn kaartje kwijt.

Zgubiłem mój parasol.

Ik ben mijn paraplu verloren.

- Zgubiłem swoje klucze.
- Zgubiłem moje klucze.
- Zgubiłam moje klucze.

- Ik heb mijn sleutels verloren.
- Ik ben mijn sleutels kwijt.

W pożarze zgubiłem but.

Ik heb in de brand mijn schoen verloren.

Zgubiłem mój aparat fotograficzny.

Ik ben mijn camera kwijt.

Zgubiłem się w lesie.

Ik ben verdwaald in het bos.

- Zgubiłem to.
- Zgubiłam to.

Ik ben het kwijtgeraakt.

Zgubiłem go w tłumie.

Ik ben hem in de menigte kwijtgeraakt.

Co powiedziałeś? Przepraszam, zgubiłem wątek.

Wat zei je? Het spijt me, ik was in gedachten verzonken.

Zgubiłem portfel po drodze do szkoły.

Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.

- Zgubiłem moje klucze.
- Zgubiłam moje klucze.

Ik heb mijn sleutels verloren.

Zgubiłem zegarek, który dał mi ojciec.

- Ik ben het uurwerk verloren dat mijn vader mij gegeven had.
- Ik heb het horloge verloren dat mijn vader mij gegeven heeft.

- Zgubiłem się.
- Jestem bezradny.
- Jestem zdezorientowany.

Ik ben de weg kwijt.

Zgubiłem zegarek, który dostałem od taty.

Ik heb het horloge verloren dat mijn vader mij gegeven heeft.

Zgubiłem się. Czy mógłbyś mi pomóc?

Ik ben de weg kwijt. Wilt ge mij alstublieft helpen?

Czy możesz mi pomóc? Zgubiłem ważny dokument.

Kunt ge mij helpen? Ik ben een belangrijk document verloren.

Zgubiłem klucz od pokoju i nie mogę wejść.

Ik ben de sleutel van de kamer kwijt en kan er niet in.

Kiedy wróciłem do domu, zauważyłem że zgubiłem portfel.

Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee kwijt was.

- Zgubiłem klucz od pokoju i nie mogę wejść.
- Zgubiłem klucz od pokoju i teraz nie mogę do niego wejść.

- Ik ben de sleutel van de kamer kwijt en kan er niet in.
- Ik heb de sleutel van de kamer verloren en kan nu niet naar binnen.

Kiedy dotarłem do domu, zorientowałem się, że zgubiłem portfel.

Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.

Zgubiłem klucz od pokoju i teraz nie mogę do niego wejść.

Ik heb de sleutel van de kamer verloren en kan nu niet naar binnen.