Examples of using "Kosztuje" in a sentence and their dutch translations:
Hoeveel kost het?
Maar snelheid heeft ook een prijs.
Hoeveel kost deze pen?
Hoeveel kost dit?
Hoeveel kost het hele pakket?
Hoeveel kost deze jurk?
Wat kost dat samen?
Het boek kost vijf dollar.
- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?
Wat kost deze stropdas?
Hoeveel kost het sinaasappelsap?
Hoeveel kost de kilo prei?
- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.
- Hoeveel kost de bus?
- Hoeveel kost een busreis?
- Wat kost het met de bus?
Hoeveel kost een fles bier?
Hoeveel kost deze paraplu?
Hoeveel kost deze zakdoek?
Hoeveel kost deze bank?
Hoeveel kost de ananas per kilogram?
Hoeveel kost deze pet?
Hoeveel kost die lamp?
Een goed woord kost niets.
Het kost ongeveer dertig euro.
Hoeveel kost die mountainbike?
Het tijdschrift kost minder dan het boek.
De paarse fiets kost minder dan de gele.
Hoeveel is het voor een persoon?
Het boek kost tien złoty met korting.
Hoeveel kost de reis van Osaka naar Akita?
Het kost te veel.
- Hoeveel kost het?
- Hoeveel kost dat?
Geef me nog een kilo gehakt. Het is nooit te veel. Twee chacareritos. Deze hond is duurder dan een varken.