Translation of "Błąd" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Błąd" in a sentence and their dutch translations:

Popełniłeś błąd.

Je hebt een fout gemaakt.

Mój błąd.

Mijn fout.

Wyskakuje błąd.

Ik krijg een foutmelding.

Mój błąd!

Mijn fout!

To błąd.

- Het is een vergissing.
- Het is een fout.

- Sądzę, że zrobiłeś błąd.
- Sądzę, że popełniłeś błąd.

Ik geloof dat u zich heeft vergist.

Musiałem popełnić błąd.

Ik zal wel een fout gemaakt hebben.

Popełniłem koszmarny błąd.

Ik heb een afschuwelijke fout begaan.

To był błąd.

Dat was een fout.

- Popełniłem duży błąd na teście.
- Zrobiłem duży błąd na teście.

Ik heb een grote fout gemaakt bij de toets.

To był fatalny błąd.

Dit was een ernstige fout.

Zrobiłeś ten sam błąd.

U hebt dezelfde fout gemaakt.

To musi być błąd.

Dat moet een fout zijn.

To był twój błąd.

Het was jouw fout.

- Mój błąd.
- Moja pomyłka.

Mijn eigen schuld.

- Czy on zrobił ten błąd celowo?
- Czy on specjalnie popełnił ten błąd?

Denkt ge dat hij de fout met opzet gemaakt heeft?

A ja popełniłam straszny błąd.

En ik maakte er een kolossale.

I popełnia błąd, opuszczając ukwiał.

...en maakt hij de fout om tevoorschijn te komen.

Nawet nauczyciel może popełnić błąd.

Ook een leraar maakt al eens een fout.

Popełniłem duży błąd na teście.

Ik heb een grote fout gemaakt bij de toets.

Popełnił błąd i wypił truciznę.

Hij vergiste zich en dronk vergif.

To mój błąd, nie twój.

Het is mijn schuld, niet de jouwe.

Zrobiłem duży błąd na teście.

Ik heb een grote fout gemaakt bij de toets.

W tym zdaniu jest błąd.

Er zit in foutje in deze zin.

Zrobiłem wielki błąd przy wyborze żony.

Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.

Jeśli widzisz błąd, to popraw proszę.

- Als je een fout ziet, verbeter die dan alsjeblieft.
- Als u een fout ziet, verbeter die dan alstublieft.

Mam nadzieję, że to nie był błąd.

Ik hoop dat je het bij het rechte eind hebt.

Następnie przyszedł dzień, gdy zrozumiałam swój błąd.

Toen kwam de dag dat ik mijn fout realiseerde.

- Myliłem się.
- Byłem w błędzie.
- Popełniłem błąd.

Ik had ongelijk.

Coś czuję, że gdzieś tu jest błąd.

Ik heb de indruk dat iets niet klopt.

Sądzę, że w moim rachunku jest błąd.

Ik geloof dat er een fout op mijn rekening staat.

A jeśli popełnimy błąd, uznamy go i naprawimy.

Als we het mis hebben... ...erkennen we dat en corrigeren we dat.

- To oczywiście twój błąd.
- Oczywiście jesteś w błędzie.

Je hebt het duidelijk mis.