Examples of using "Vicino" in a sentence and their dutch translations:
Blijf dichtbij.
Kijk goed.
- Woont hij in de buurt?
- Woont hij hier in de buurt?
Ik woon hier in de buurt.
Ik woon dicht bij de dijk.
Ze woont vlakbij.
Ga hier in de buurt zitten.
Je woont dicht bij de dijk.
Kijk dichterbij.
Hij woont dicht bij de dijk.
Zij woont dicht bij de dijk.
Ik woon dicht bij de dijk.
Ik woonde vroeger in de buurt van Tom.
We wonen dicht bij het station.
Zij wonen dicht bij de school.
Het ziekenhuis is hier dichtbij.
Tom woont hier in de buurt.
- Tom werkt dichtbij.
- Tom werkt in de buurt.
Ik ben in de buurt van het station.
We wonen dicht bij het station.
- Hij is mijn buur.
- Hij is mijn buurman.
Ik heb een hekel aan mijn buurman.
We wonen dicht bij het station.
Ik heb liever een hotel bij de luchthaven.
- We hebben liever een hotel in de buurt van het vliegveld.
- We hebben liefst een hotel in de buurt van het vliegveld.
Volg hen dichtbij.
Is er hier een McDonald's in de buurt?
Ik woonde nabij een park.
Tom woont in de buurt van Boston.
Het is nu bijna Kerstmis.
Tom woont nu dicht bij Boston.
We wonen in de buurt van een grote bibliotheek.
De bakkerij is in de buurt van de slagerij.
Bespioneren van je buren?
Er is een vrouwtje in de buurt.
We wonen in de buurt van de grens.
Hij woont in de buurt van de school.
Waar is het dichtstbijzijnde ziekenhuis?
We wonen dicht bij het station.
Tom woont vlak bij de luchthaven.
Waar is de dichtstbijzijnde winkel?
Mijn buurman is timmerman.
Mijn oom woont in de buurt van de school.
- Mijn appartement is in de buurt.
- Mijn appartement is dichtbij.
Kerst komt eraan, nietwaar?
Ik wil in een hotel vlak bij het vliegveld verblijven.
Ik woon in een stad in de buurt van Boston.
De helikopter komt eraan, ik hoor hem.
Als je beter kijkt,
Ik kreeg de indruk dat hij dichtbij was.
Waar is het dichtstbijzijnde museum?
Mijn woning is nabij.
Tom is een goede buur.
Is er hier een bioscoop in de buurt?
Laten we eens dichter bij gaan kijken.
Tom is mijn buurman.
Is er hier een bioscoop in de buurt?
Is er hier een McDonald's in de buurt?
Ik woonde nabij een park.
Waar is het dichtstbijzijnde restaurant?
Tom is een goede buur.
Is er een bank niet ver van hier?
Is er een geldautomaat in de buurt?
Is er een ziekenhuis dichtbij?
Waar is de dichtstbijzijnde winkel?
We kozen een hotel dicht bij de musea.
- Tom werkt in een dichtbij hospitaal.
- Tom werkt in een ziekenhuis hier vlakbij.
Blijf dicht bij mij.
- Het treinstation is dichtbij.
- Het station is dichtbij.
Wij wonen in huis nummer vijftig, bij de supermarkt.
In het Noordpoolgebied, rondom Spitsbergen...
Zijn buurman zit ook achter haar aan.
Nederlands is nauw verwant aan Duits.
Is er een bank in de buurt van het station?