Examples of using "Timida" in a sentence and their dutch translations:
Zij is erg verlegen.
Ze is een beetje verlegen.
Ik ben erg verlegen.
Ik was verlegen.
Ik ben verlegen.
Ja, ooit was ze een heel schuchter meisje.
- Je bent verlegen.
- Jullie zijn verlegen.
- Je was verlegen.
- U was verlegen.
- Jullie waren verlegen.
Ik ben niet verlegen.
Ik ben erg verlegen.
Ik was te verlegen.
Mary is een heel verlegen meisje.
Ja, ooit was ze een heel schuchter meisje.
Wees niet verlegen.
Ik ben een beetje verlegen.
Wees niet verlegen.