Examples of using "Timido" in a sentence and their dutch translations:
Hij is erg verlegen.
Ik ben verlegen.
Tom is verlegen.
Tom lijkt verlegen.
Tom was verlegen.
Is Tom verlegen?
Ik was verlegen.
Ik ben verlegen.
Ik wist dat Tom verlegen was.
Ze glimlachte verlegen naar mij.
- Ik ben een verlegen jongen.
- Ik ben een schuchtere jongen.
Tom is erg verlegen.
Tom is niet verlegen.
Tom is extreem verlegen.
- Je bent verlegen.
- Jullie zijn verlegen.
- Je was verlegen.
- U was verlegen.
- Jullie waren verlegen.
Ik ben niet verlegen.
Ik ben erg verlegen.
Ik was te verlegen.
Wees niet verlegen.
Ik ben een beetje verlegen.
Wees niet verlegen.
Mijn vriend is een geweldige vent maar hij is zo verlegen. Je kan je niet inbeelden hoe moeilijk voor hem is, een gesprek met een vreemde te starten.