Examples of using "Piano" in a sentence and their dutch translations:
Spreek zachtjes.
Welke verdieping?
Heb je een plan?
Op welke verdieping woont ge?
Op welke verdieping woont ge?
Na een tijdje werd het door internet opgepikt
Heb je een plan?
Ze zijn op de achtste verdieping.
Ik woon op de vijfde verdieping.
Op welke verdieping woon jij?
Welke verdieping?
- Vertel mij over uw plan.
- Leg me je plan uit.
- Vertel me over je plan.
Een piano is duur.
Ze keurde mijn plan goed.
Hij was tegen het plan.
Wat is jouw plan?
Wie heeft dit plan gemaakt?
- Ons plan is mislukt.
- Ons plan heeft gefaald.
- Ons plan mislukte.
- Ons plan faalde.
Ik heb een plan nodig.
We hebben geen plan.
Ik heb al een plan.
- Ik speel geen klavier.
- Ik speel geen piano.
- Ik kan niet de piano spelen.
We hebben een plan nodig.
Ik keur je plan goed.
Ze wonen beneden.
Rustig aan, jongens.
Het is op de achtste verdieping.
Heeft ze een piano?
Ik gaf de auto het sein om langzamer te rijden.
- Uw plan klinkt uitstekend.
- Jouw plan klinkt uitstekend.
Op welke verdieping woont Tom?
Hij protesteerde tegen het nieuwe plan.
Neem de lift tot op de vijfde verdieping.
Jouw plan werkte niet.
Ik kende zijn plan niet.
We moeten ons plan veranderen.
- Ik ben naar beneden gerend.
- Ik rende naar beneden.
- Ik liep naar beneden.
Ik moest mijn plan opgeven.
Het nieuwe plan werkte prima.
Blijven we bij ons plan van de wrakstukken?
Nancy heeft een piano.
- Ik woon gelijkvloers.
- Ik woon op het gelijkvloers.
Wij wonen op de zesde verdieping.
Dat is een slecht plan.
Dat is een geweldig plan.
Miho speelt piano.
Dat is een goed plan.
De piano is duur.
Dat was het plan, nietwaar?
Het plan is belangrijk.
Jim begeleidde haar op de piano.
Tom speelde piano.
- Ben je voor het plan of niet?
- Bent u voor het plan of niet?
- Zijn jullie voor het plan of niet?
Jouw plan lijkt beter dan het mijne.
Vertel niemand over ons plan.
Tom zei dat hij een plan had.
Wacht even, rustig.
Voorzichtig, tot de rand.
Voorzichtig, tot de rand.
we geleidelijk kunnen slagen.
Het plan is in discussie.
Ik keur dit project goed.
Hij speelt erg goed piano.
Mijn dochter wil een piano.
- Zijn plan is gevaarlijk!
- Haar plan is gevaarlijk.
- Wat is jouw plan?
- Wat is je plan?
Tom is op de derde verdieping.
- Ik speel graag piano.
- Ik vind het leuk om piano te spelen.
- Ik vind piano spelen leuk.
- Kunt u langzamer spreken alstublieft?
- Spreekt u alstublieft langzamer!
Uw plan klinkt uitstekend.
Ik had geen weet van zijn plan.
Ik speel piano.
Zij speelt piano.
Speelt zij piano?
Tom speelt heel goed piano.
- Mijn kamer is op de vierde verdieping.
- Mijn woning is op de vierde verdieping.
- Mijn appartement is op de vierde verdieping.
Ga naar boven.