1. Home
  2. Translation in context
  3. Italian-Dutch
  4. Passarmi

Translation of "Passarmi" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Passarmi" in a sentence and their dutch translations:

Potrebbe passarmi il sale, per favore?

- Kunt ge mij het zout geven a.u.b.?
- Kan je mij het zout geven?

- Potete passarmi il sale?
- Mi può passare il sale?
- Puoi passarmi il sale?
- Mi puoi passare il sale?
- Mi potete passare il sale?
- Può passarmi il sale?

- Kunt u mij het zout even aangeven?
- Geef me het zout alsjeblieft.
- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Kunt u me het zout aangeven, alstublieft?