Examples of using "Farlo" in a sentence and their dutch translations:
Wil je het nog een keer doen?
Ik kan het.
- Ik kan het niet.
- Ik kan niet.
- Ik kan het niet doen.
- Dat zou ik liever niet doen.
- Dat doe ik liever niet.
Dwing me niet om dat te doen.
We zijn er klaar voor.
Ik heb hem gevraagd om dat te doen.
- Je weet niet hoe je het moet doen, of wel?
- U weet niet hoe u het moet doen, of wel?
- Jullie weten niet hoe jullie het moeten doen, of wel?
Dat hoor je zonder toestemming niet te doen.
Tom kan dat niet doen.
Hij had dat niet moeten doen.
Dat zou ik niet aanraden.
Het heeft geen zin om dat te doen.
- Tom heeft Mary dat zien doen.
- Dat heeft Tom Mary zien doen.
Waarom moet ik dat doen?
Ik kan het niet alleen doen.
Ik denk dat hij dat niet kan doen.
Dus zolang we dat doen,
- Hij zei dat hij het kon doen.
- Hij zei dat hij het zou kunnen doen.
Waarom zou ik dat niet doen?
Moet ik het opnieuw doen?
- Dat zal ze zelf moeten doen.
- Dat zal ze maar zelf moeten doen.
Ik ben nog niet klaar om dat te doen.
Tom zal hier niet zijn om dat te doen.
Ik kan dat niet doen zonder een hamer.
Je moet dat morgen doen.
Ik ben niet van plan dat vandaag te doen.
U kunt het, nietwaar?
Ik zou dankbaar zijn als je dat voor me zou willen doen.
Zou jij ook moeten doen.
Ik heb leren kruipen als een commando in het leger.
Dit wil je niet zelf proberen.
Oké. Dit wil je niet zelf proberen.
en deze kinderen kunnen dat.
Wat als ik het gekund had?
Maar mijn familie wist niet hoe dit moest.
Tom moet dat nu niet doen.
Iedereen moet dit doen.
Tom had dat niet moeten doen.
Zijn moeder wilde het niet doen.
Ik hoef dat niet alleen te doen.
Ik wil dit doen, maar ik kan het niet.
Samen kunnen we het doen!
Iedereen wilde dat doen.
Ik kan dat nog niet doen.
Ik kan Tom niet vragen dat te doen.
Dit wil je niet zelf proberen.
Zelfs als ik het zou willen, zou ik dat niet kunnen doen.
Ze vroeg mij het te doen.
Om dat te doen, moet je risico's nemen.
Ik heb hem gevraagd om dat te doen.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan.
- Kan je dat nog eens doen?
- Kan je dat opnieuw doen?
Je moet beginnen dat iedere dag te doen.
Ik kan het niet alleen doen.
Ik ben niet van plan om dat voor maandag te doen.
Dit kon je altijd al,
En voor het eerst in de geschiedenis kunnen we dit ook.
Wel, los van de grappen en grollen,
voor beleid en oplossingen die dat kunnen.
Ik moet het repareren.
- Ik had dat niet mogen doen. Het was verkeerd.
- Ik had dat niet moeten doen. Het was fout.
- Ik had dat niet moeten doen. Het was verkeerd.
Ik moest het voor half drie doen.
Tom kan dat niet doen.
Tom heeft daar geen toestemming voor.
Ons is verteld dat we dat niet mogen doen.
- Ik wilde dat niet doen.
- Dat heb ik niet willen doen.
Wanneer zouden we dat kunnen doen?
Ik had dat niet moeten doen.
Tom zou dat kunnen doen als hij het echt wilde.
- Je had het kunnen doen.
- U had het kunnen doen.
- Jullie had het kunnen doen.
- Kunt u het doen in één dag?
- Kun je het in één dag doen?
Oké. Dit wil je niet zelf proberen.
Daardoor kunnen we wel mikpunt van spot worden,
Tom zegt dat hij het voor niets wil doen.
Je had het niet moeten doen zonder mijn toestemming.
Er is voor mij geen reden om het niet te doen.
Ik weet niet of ik tijd zal hebben om het te doen.
maar we kunnen ook leren het de hele tijd te doen,
Dat kan op twee manieren. Met de stok.
En hij wil het steeds vaker doen.
Hij kwam, hoewel ik hem gezegd had het niet te doen.
We hadden dat niet moeten doen.