Translation of "Guadagna" in Dutch

- Si guadagna da vivere.
- Lui si guadagna da vivere.

Hij verdient zijn boterham.

Si guadagna meno.

Zij verdienen minder.

- Guadagna il doppio di me.
- Lui guadagna il doppio di me.

Hij verdient twee keer zoveel als ik.

- Si guadagna da vivere insegnando l'inglese.
- Lui si guadagna da vivere insegnando l'inglese.

- Hij verdient de kost met het geven van Engelse les.
- Hij verdient zijn brood door Engelse les te geven.
- Hij geeft Engels voor de kost.

Bill guadagna, non è vero?

Bill gaat winnen, nietwaar?

Tom guadagna trenta dollari l'ora.

Tom verdient dertig dollar per uur.

Tom non guadagna molti soldi.

Tom verdient niet veel.

- Quanto guadagni?
- Quanto guadagna?
- Quanto guadagnate?
- Tu quanto guadagni?
- Lei quanto guadagna?
- Voi quanto guadagnate?

Hoeveel verdien je?

- Guadagna in media dieci sterline la settimana.
- Lei guadagna in media dieci sterline la settimana.

Ze verdient gemiddeld tien pond per week.

Guadagna tre volte più di me.

- Hij verdient drie keer zoveel als ik.
- Hij verdient drie keer meer dan ik.
- Hij verdient drie keer meer dan ik doe.

Tom guadagna il triplo di me.

Tom verdient drie keer zo veel als ik.

Tom guadagna il doppio di me.

Tom verdient dubbel zoveel als ik.

- Guadagna più soldi di quanti ne possa spendere.
- Lui guadagna più soldi di quanti ne possa spendere.

- Hij verdient meer geld dan hij kan opdoen.
- Hij verdient meer geld dan hij kan uitgeven.

Lui guadagna tre volte più di me.

Hij verdient drie keer meer dan ik doe.

- La fiducia è guadagnata.
- La fiducia si guadagna.

Vertrouwen wordt verdiend.