Examples of using "Gratuito" in a sentence and their dutch translations:
Is het gratis?
Niks is gratis.
't Is gratis.
Is het festival gratis?
Het festival is gratis.
't Is gratis.
Deze krant is gratis.
- Is het gratis?
- Is dat kosteloos?
- Is dat gratis?
- Is dit gratis?
Dat was gratis.
Niks is gratis.
Alles is gratis.
Is het gratis?
- Het is gratis.
- 't Is gratis.
Dat is gratis.
Denken staat vrij.
Dit is een gratis krant.
Ik ben vrij.
Deze is gratis.
Deze krant is gratis.
Tom heeft een gratis reis naar Boston gewonnen.
Het is gratis voor burgers van de Europese Unie.
- Linux is een vrij besturingssysteem. Je moet het proberen.
- Linux is een gratis besturingssysteem. Je moet het proberen.
Deze is gratis.