Translation of "Domestici" in Dutch

Non ha animali domestici.

Hij heeft geen huisdieren.

Era impegnata nei lavori domestici.

Zij was bezig met het huishouden.

Ora, quanti di voi hanno animali domestici?

Nu, wie van jullie heeft er huisdieren?

A Tom non piacciono gli animali domestici.

Tom houdt niet van huisdieren.

Con così tanti animali domestici, ha un'ampia scelta.

Met zo veel huisdieren hier heeft ze opties.

La quantità di tempo che dedichiamo ai lavori domestici

is het gedeelte van de tijd besteed aan huishouden

è proprio un essere vivente individuale come i vostri animali domestici.

evenzeer een individu, een levend wezen is zoals al onze huisdieren.