Examples of using "Rapidamente" in a sentence and their dutch translations:
- Kom snel.
- Kom spoedig.
Ze sprak snel.
- Hij ging snel.
- Hij liep snel.
Hij loopt snel.
Hij beweegt snel.
Hij is snel rijk geworden.
Hij trof vlug een beslissing.
Hij zwemt heel snel.
- Tom at snel.
- Tom heeft snel gegeten.
De omroeper kan snel praten.
Kom op! Snel!
De tijd vliegt voorbij.
Hij klom snel naar de top.
- De productie daalde snel.
- De productie is snel afgenomen.
Hoe snel zij zwemt!
Ik heb snel geluncht.
We moeten snel handelen.
Ratten vermenigvuldigen zich snel.
- We gingen sneller dan gewoonlijk.
- We liepen sneller dan gewoonlijk.
Ze hebben vlug een douche genomen.
De mode verandert snel.
Eekhoorns leren snel.
Ik hoop dat je vlug beter wordt.
onze gletsjers smelten snel
Geluid beweegt zich erg snel voort.
De brand werd vlug geblust.
Eekhoorns bewegen snel.
Zij ging vlug de trap op.
De dingen veranderen snel.
Het verhaal openbaart zich snel.
Kerstmis komt er snel aan.
Snel opende ze de brief.
- De tijd vloog snel.
- De tijd vloog voorbij.
De tijd gaat snel voorbij.
Het virus verspreidt zich snel.
Hij is de nieuwe situatie rap gewoon geworden.
Mijn wonde is gelukkig snel aan het verdwijnen.
en men ontdekt steeds sneller nieuwe dingen.
Hij legde snel een bevel op, draaide het om en viel aan.
De dingen veranderen snel.
Maar zelfs onder een volle maan kan je geluk snel keren.
Sneller!
De Japanse economie ontwikkelde zich vrij snel.
tot divisie-generaal in één jaar. Zelfs Napoleon kwam niet zo snel door de gelederen.