Examples of using "Danzare" in a sentence and their dutch translations:
- Wil je dansen?
- Wilt u dansen?
- Willen jullie dansen?
Ik dans graag.
Ik wil dansen.
Ik ben gek op dansen.
Zij wil dansen.
Ik dans graag.
Hij wil dansen.
Blijf dansen.
- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?
Ze begonnen te dansen.
Hou je van dansen?
- Ik dans graag.
- Ik vind dansen leuk.
- Ik weet al hoe ik moet dansen.
- Ik kan al dansen.
Dansen is leuk.
Je kan niet dansen, of wel?
Ik wil graag met je dansen.
Tom begon te dansen.
Zij wil dansen.
Ik wil graag met je dansen.
Maria kan goed dansen.
Ze houden van dansen.
Wilt u dansen?
- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.
Ik kan niet erg goed dansen.
Waarom komt u niet met me dansen?
Tom en Maria houden niet van dansen.