Examples of using "Anni" in a sentence and their dutch translations:
- "Hou oud ben je?" "Zestien."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."
"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."
- Hoe oud bent u?
- Hoe oud ben je?
- Hoe oud zijn jullie?
"Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."
- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
Ik ben 25 jaar oud.
Ik ben 24.
- Ik ben 27 jaar oud.
- Ik ben 27.
Ik ben 19 jaar.
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."
Ik ben achttien jaar oud.
Hoe oud bent u?
- Hij is acht.
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Vandaag word je vier jaar oud.
Ik ben nu 30.
Vele jaren gingen voorbij.
Hij is acht.
- Ik ben twaalf jaar oud.
- Ik ben twaalf jaar.
Ze is vijf jaar.
- Hij is acht.
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Hij is 100 jaar oud.
Ze is 100 jaar oud.
Ik ben 27.
Ik ben achttien jaar oud.
Hoe oud is hij?
Vandaag word ik vier jaar.
- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
- Ik ben achttien jaar.
- Ik ben achttien.
Ik ben nu 30.
We kennen elkaar al jaren.
Ze stierf op 54-jarige leeftijd.
- Hoe oud is jouw oom?
- Hoe oud is uw oom?
- Hoe oud is jullie oom?
Tom is maar dertien jaar oud.
Hoe oud is je vader?
Vandaag word ik vier jaar.
Vandaag word ik vier jaar.
Ik heb hem al jaren niet gezien.
Drie jaar geleden was ik arm.
was ik tien jaar oud.
De laatste paar jaar
Drie jaar geleden
Honderd jaar geleden
30 jaar geleden,
Ik ben zestien jaar oud.
Hoe oud ben je?
Ik ben 27.
"Leeftijd?" "16."
Jaren gingen voorbij.
Hoe oud zie ik eruit?
Hoe oud zijn jullie?
Hoe oud is hij?
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Het is 100 jaar oud.
Ben je tien jaar?
Ik ben 19 jaar.
Ik ben 31 jaar oud.
Ik ben vierentachtig jaar oud.
- Ik denk dat ze 40 jaar is.
- Ik denk dat ze veertig jaar is.
Hoe oud is jouw vriend?
Muiriel is nu 20 jaar oud.
Dit gebeurde drie jaar geleden.
Tom is nu drie jaar.
- Tom is nu dertien jaar oud.
- Tom is nu 13 jaar oud.
Ik ben twintig jaar geleden geboren.
Tom was toen dertien.
Hij stierf vijf jaar geleden.
Ze is op haar zeventiende getrouwd.