Examples of using "Tanulók" in a sentence and their dutch translations:
- Zijt ge student?
- Bent u student?
Wij zijn middelbare scholieren.
De studenten lachten.
De leerlingen zaten in een kring.
Van de overige studenten
leerlingen krijgen boeken met woorden
Vreemd genoeg daalt ieder jaar het aantal studenten.
De leraar en de leerlingen zijn in het museum.
Meer dan 70% van de kinderen krijgen dit niet onder de knie.