Examples of using "Tamással" in a sentence and their dutch translations:
Wat is er met Tom gebeurd?
Ik moet met Tom praten.
Ik ben vorig weekend niet met Tom wezen vissen.
- Ik weet niet meer wanneer ik Tom voor het eerst ontmoet heb.
- Ik kan me niet herinneren wanneer ik Tom voor het eerst ontmoet heb.
- Ik kan me niet herinneren waar ik Tom voor het eerst ontmoet heb.
- Ik weet niet meer waar ik Tom voor het eerst ontmoet heb.
Ik wil niet nog meer problemen met Tom.