Examples of using "Megyünk" in a sentence and their dutch translations:
We gaan naar de bioscoop.
- Rijden we ver weg?
- Gaan we ergens ver weg?
We gaan naar de kerk.
We gaan ervandoor.
- Waar gaan we naartoe?
- Naar waar gaan we?
We gaan naar het zuiden.
Wanneer gaan we naar huis?
Vandaag gaan we naar de disco.
Vandaag gaan we gaan dansen.
Waar gaan we achteraf naartoe?
We gaan naar de cinema. Kom met ons mee.
Normaal lopen we naar school.
We gaan naar de film. Kom gezellig mee.
Waarom gaan we niet naar huis?
We gaan naar de cinema. Kom met ons mee.
Vanavond gaan we dansen.
Waar komen we vandaan? Waar gaan we heen?
We zullen gaan.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
Vanavond gaan we naar de kerk.
We gingen naar het park om te spelen.
We gaan altijd op kerstavond naar de kerk.
We gaan naar de film. Kom gezellig mee.
Normaal lopen we naar school.
Wanneer starten we?
Elk jaar op kerstavond gaan we zingen.
Wachten helpt niet.
Waar gaan we nu naartoe?
Het regent, maar we gaan alsnog.
Wanneer gaan we naar huis?
Als hij niet komt, gaan wij niet weg.
Hoe hoger we klimmen, hoe ijler de lucht wordt.
En zelfs als je wordt behandeld,
Vanavond gaan we naar de kerk.
Deze zomer gaan we naar de bergen en naar zee.