Examples of using "Leszel" in a sentence and their dutch translations:
Waar zul je zijn?
Komt alles goed met je?
- Hoe laat heb je dienst?
- Om hoe laat begint uw dienst?
- Hoe laat hebt u dienst?
- Om hoe laat begint jouw dienst?
- Ben je overmorgen vrij?
- Bent u overmorgen vrij?
- Zijn jullie overmorgen vrij?
Men zal u wassen.
U zal niet alleen zijn.
Hoelang blijf je hier?
Wat zal je doen wanneer je volwassen bent?
Ben jij mannelijk genoeg
Hoe lang blijf je in Boston?
Ik wist dat je honger zou hebben.
Ik weet dat je moedig zal zijn.
- Waar zult ge morgen zijn op dit uur?
- Waar ben je morgen rond deze tijd?
Voor je het doorhebt, sta je in de krant.
Wat wil je worden als je groot bent?
Je zal spoedig genezen.
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Ik hoop dat je vlug beter wordt.
Ik weet dat je hier gelukkig zal zijn.
Wilt ge de radio uit zetten?
Je kunt langer je adem inhouden.
- Wat wilt ge worden als ge groot zijt?
- Wat wil je worden als je groot bent?
U zult zich beter voelen.
Waar zal jij zijn op 1 januari 2016?
Als je te veel eet, word je dik.
Gedenk dat gij stof zijt.
- Ik veronderstel dat ge heel bezig zult zijn vanavond.
- Ik neem aan dat je het vanavond erg druk hebt.
- Ik heb het gevoel dat jij een heel goede advocaat zult zijn.
- Ik heb het gevoel dat u een heel goede advocaat zult zijn.
Als ik later groot ben, word ik piloot. En wat wil jij worden?
U zult nooit alleen zijn.
- Neem deze medicatie. Je zal je snel beter voelen.
- Neem dit medicijn. Je zult je snel beter voelen.