Examples of using "Itt" in a sentence and their dutch translations:
Blijf hier!
Wacht hier.
Woont hij hier?
Ik woon hier.
Werkt u hier?
Hier opeten graag.
Hier opeten graag.
- Woon je hier?
- Woont u hier?
- Wonen jullie hier?
- We leven hier.
- Wij wonen hier.
Ik heb hier gewoond.
- U bent hier.
- Je bent hier.
Hier?
Ik eet hier.
Hier zijn we dan.
Hij woont hier.
Ze is hier.
Ze is hier.
Werken ze hier?
- Hij speelt hier.
- Hij is hier aan het spelen.
Er is niemand hier.
Hoe lang woon je al hier?
Teken hier.
Stop hier.
Begin hier.
Is Tom hier?
Ik woon hier niet.
Ik eet hier vaak.
Wat doe je hier?
Werkt u hier?
- Wat is er hier gebeurd?
- Wat is hier gebeurd?
Woont hij hier?
Hier is ze!
- Woonden jullie hier?
- Woonde u hier?
Laten we hier wachten.
Ik woon hier.
Hier zijn ze!
Ik wacht hier.
Het is hier gevaarlijk.
Ik ben hier.
Blijf hier.
Hebben ze hier gewoond?
Ik zal daar blijven.
Het is hier.
- We zijn er!
- We zijn hier.
Laten we hier uitrusten.
- Ik heb pijn hier.
- Ik heb hier pijn.
Is het hier?
Ben je daar geboren?
We blijven hier.
- Je kan hier parkeren.
- U kunt hier parkeren.
- Jullie kunnen hier parkeren.
- Je mag hier roken.
- Jullie mogen hier roken.
- U mag hier roken.
- Hier kan je roken.
- Hier mag je roken.
Ik werk hier.
Het sneeuwt hier.
- Hier zijn we dan.
- Hier zijn we!
Ik heb hier gewoond.
Kunnen we hier wonen?
Hij is niet hier.
Zijn jullie daar geboren?
We blijven hier.
Waarom is hij hier?
- Wacht hier alstublieft.
- Wacht hier alsjeblieft.
Is er een lift?
- Ze is nog niet hier.
- Zij is er nog niet.
Hier komt Tom.
De politie is hier.
Ik ben weer thuis.
Ben ik hier alleen?
Daar is een flik.
Hier komt hij.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Ik woon hier al lang.
Ik heb hier lange tijd gewoond.
Regende het hier gisteren?
Hier klopt iets niet.
Hoelang ben je al hier?
Waarom bent u nog steeds hier?
Ik woon hier al jaren.
De rivier is hier diep.