Examples of using "Képtelen" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan zo niet leven.
Ik kan Maria niet vergeten.
Ik kan niet wakker blijven.
Ik was zo opgewonden dat ik niet in slaap kon vallen.
Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?
Hij kon zich niet aan nieuwe omstandigheden aanpassen.