Examples of using "Gitározik" in a sentence and their dutch translations:
Hij speelt vaak gitaar.
Tom speelt gitaar.
Wie speelt er gitaar?
- Mijn broer speelt gitaar.
- Mijn broer bespeelt de gitaar.
- Mijn oudere zus speelt goed gitaar.
- Mijn oudste zus speelt goed gitaar.