Examples of using "Dolgod" in a sentence and their dutch translations:
- Je hebt het druk gehad.
- U bent druk geweest.
- U heeft het druk gehad.
Dat is je werk.
Was je bezig?
- Dat gaat je niks aan.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dit heeft niets met jou te maken.
- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat u niets aan.
- Dat gaat je niets aan.
Ben je bezig?
- Wat is jouw baan?
- Wat is uw baan?
- Wat is jullie baan?
- Wat is je beroep?
Als je niets te doen hebt, kijk dan naar het plafond in je kamer.
Ben je nu bezig? Een ogenblik, ik kom meteen.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dat gaat je niets aan.