Examples of using "étel" in a sentence and their dutch translations:
- Dit is eten.
- Dit is voedsel.
Het eten is koud.
Het eten is klaar.
Het eten is verschrikkelijk.
Vond je de maaltijd lekker?
Er is niets meer om te eten.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Dit eten is glutenvrij.
Hoe heet dit gerecht?
Het eten was niet bijzonder lekker.
Dat eten is te zout.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
- Eenvoudiger eten is ook goed genoeg voor mij.
- Eenvoudiger kost is ook goed genoeg voor mij.
Het eten is nog niet klaar.
Geen enkel voedsel kan hun honger stillen.
Het Italiaanse eten was heerlijk.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Het eten heeft niet zo slecht gesmaakt.
Ik ben op zoek naar eten.
Om plezier op te zoeken, zoals lekker eten,
Koelkasten helpen om voedsel te conserveren.
Chinees eten is niet minder lekker dan Frans eten.
Zit er vlees in dit eten?
Bevat dit gerecht vlees?
Iedereen zegt dat het eten in dit restaurant erg goed is.
Als hadden geweest is, is hebben te laat.
Maar de zwarte inkt instrueert je hersens voedsel in de lege ruimte te projecteren.
Ze hebben eten en water nodig.