Examples of using "Zimmergenosse" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben Paul, je kamergenoot.
- Ik ben jouw kamergenoot Paul.
Tom was vroeger de kamergenoot van Johan.
- Ik ben Paul, je kamergenoot.
- Ik ben Paul, jouw kamergenoot.
Ik ben Paul, jouw kamergenoot.