Translation of "Verstehe" in Dutch

- Ich verstehe nicht.
- Ich verstehe es nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Dat versta ik niet.
- Ik snap het niet.

Ich verstehe.

- Ik begrijp het.
- Ik snap het.

- Ich verstehe nicht.
- Ich verstehe es nicht.

Ik begrijp het niet.

- Ich verstehe nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Ik begrijp het niet.
- Ik snap het niet.

- Ich verstehe Sie nicht.
- Ich verstehe euch nicht.
- Ich verstehe dich nicht.

Ik begrijp u niet.

- Eigentlich verstehe ich.
- In etwa verstehe ich es.

- Ik begrijp het min of meer.
- In zekere zin begrijp ik het.

- Ich verstehe deine Sprache.
- Ich verstehe Ihre Sprache.

- Ik begrijp uw taal.
- Ik begrijp je taal.

- Das verstehe ich nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Dat versta ik niet.
- Dat begrijp ik niet.

- Ich verstehe Sie nicht.
- Ich verstehe euch nicht.

Ik begrijp u niet.

- Ich verstehe es nicht.
- Ich verstehe das nicht.

- Dat versta ik niet.
- Dat begrijp ik niet.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.

Ich verstehe das.

Ik snap het.

Jetzt verstehe ich.

Nu begrijp ik het.

Ich verstehe nicht.

- Ik begrijp het niet.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.

Ich verstehe dich.

Ik begrijp jullie.

- Ich verstehe.
- Aha.

- Aha.
- Ik snap het.

Ich verstehe ihn.

Ik begrijp hem.

Ich verstehe ungefähr.

Ik begrijp het zo'n beetje.

- Ich verstehe nur Bahnhof.
- Ich verstehe das kein bisschen.

- Dat is Chinees voor mij.
- Ik begrijp er niks van.

- Nun verstehe ich.
- Jetzt verstehe ich es.
- Jetzt verstehe ich.
- Jetzt hab ich es verstanden.

Nu begrijp ik het.

- Ich verstehe deine Frage nicht.
- Ich verstehe eure Frage nicht.
- Ich verstehe Ihre Frage nicht.

- Ik begrijp je vraag niet.
- Ik begrijp jullie vraag niet.
- Ik begrijp uw vraag niet.

- Das verstehe ich nicht.
- Ich verstehe ihn nicht.
- Ich verstehe es nicht.
- Daraus werde ich nicht schlau.
- Ich verstehe das nicht.

- Ik begrijp het niet.
- Dat versta ik niet.

- Ich verstehe nur Bahnhof.
- Ich verstehe es nicht.
- Ich verstehe das nicht.
- Das kapier ich nicht.

- Ik begrijp het niet.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.

- Ich verstehe nicht viel davon.
- Davon verstehe ich nicht viel.

Ik versta er niet veel van.

- Ich verstehe eure Frage nicht.
- Ich verstehe Ihre Frage nicht.

Ik begrijp jullie vraag niet.

- Ich verstehe das einfach nicht.
- Ich verstehe es einfach nicht.

Ik begrijp het gewoon niet.

- Ich verstehe seinen Witz nicht.
- Ich verstehe ihren Witz nicht.

Ik begrijp zijn grapje niet.

- Ich verstehe Deutsch überhaupt nicht.
- Ich verstehe überhaupt kein Deutsch.

Ik begrijp absoluut niets van Duits.

Ich verstehe das nicht,

Ik begrijp dat niet,

Nein, ich verstehe nicht.

Nee, ik begrijp het niet.

Ich verstehe kein Englisch.

Ik versta geen Engels.

Ich verstehe seinen Ärger.

Ik versta dat hij kwaad is.

Ich verstehe kein Deutsch.

Ik versta geen Duits.

Ich verstehe Sie nicht.

Ik begrijp u niet.

Ich verstehe das nicht.

Ik begrijp het niet.

Ich verstehe kein Wort.

- Ik begrijp er geen woord van.
- Ik begrijp geen woord.
- Ik versta geen woord.

Ich verstehe kein Französisch.

Ik versta geen Frans

Ich verstehe deine Sprache.

- Ik begrijp je taal.
- Ik begrijp jouw taal.

Ich verstehe dein Empfinden.

- Ik begrijp uw gevoelens.
- Ik begrijp je gevoelens.
- Ik begrijp je gevoel.

Ich verstehe. Vielen Dank.

Ik begrijp het. Hartelijk bedankt.

Das verstehe ich nicht.

- Dat begrijp ik niet.
- Ik snap het niet.

Jetzt verstehe ich es.

Nu begrijp ik het.

Ich verstehe dich nicht.

Ik begrijp je niet.

Ich verstehe Tom nicht.

Ik begrijp Tom niet.

Was verstehe ich nicht?

Wat versta ik niet?

Ich verstehe nur Bahnhof.

Ik begrijp er niks van.

Ich verstehe es nicht.

Ik begrijp het niet.

Ich verstehe ihn nicht.

Ik versta hem niet.

Davon verstehe ich nichts.

Ik begrijp daar niets van.

- Ich verstehe.
- Ich sehe.

Ik begrijp het.

Ich verstehe euch nicht.

Ik begrijp jullie niet.

- Ich glaube, dass ich verstehe.
- Ich glaube, dass ich es verstehe.

- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het begrijp.

- Ich verstehe nicht, was passiert.
- Ich verstehe nicht, was los ist.

- Ik snap niet wat er aan de hand is.
- Ik snap niet wat er gebeurt.
- Ik begrijp niet wat er aan het gebeuren is.

- Ich verstehe, was du meinst.
- Ich verstehe, was du sagen willst.

Ik zie wat je bedoelt.

- Jetzt verstehe ich es.
- Jetzt verstehe ich.
- Jetzt hab ich es verstanden.

Nu begrijp ik het.

Ich verstehe dieses Wort nicht.

Ik begrijp dit woord niet.

Ich verstehe das einfach nicht.

Ik begrijp het gewoon niet.

Ich glaube, dass ich verstehe.

- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.

Ich verstehe überhaupt kein Französisch.

Ik versta helemaal geen Frans.

Ja, ich verstehe. Danke schön.

Ja, ik begrijp het. Dank u.

Ich verstehe die Musik nicht.

- Ik versta muziek niet.
- Ik begrijp de muziek niet.