Examples of using "Umgezogen" in a sentence and their dutch translations:
Zij verhuisden.
Ik ben net verhuisd.
- Ik verhuisde een maand geleden.
- Ik ben afgelopen maand verhuisd.
Hij kwam in mijn buurt wonen.
- Tom verhuisde naar een nieuwe plek.
- Tom is naar een nieuwe plek verhuisd.
Ik heb me omgekleed.