Examples of using "Sieben" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet mijn ontbijt om zeven uur.
Een week telt zeven dagen.
Zeven is een gelukbrengend getal.
Ze wordt om zeven uur wakker.
Een week telt zeven dagen.
Een week telt zeven dagen.
Hij heeft zeven zonen.
- Twee maal zeven is veertien.
- Twee keer zeven is veertien.
Zij heeft zeven zonen.
- Het is zeven uur.
- Het is 7 uur.
Ik ontbijt om zeven uur.
Wek me om zeven uur.
Maak me wakker om zeven uur.
Deze trein bestaat uit zeven rijtuigen.
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
We ontbijten om zeven uur.
Het is bijna zeven uur.
Kom voor zeven uur naar hier.
Een regenboog heeft zeven kleuren.
Vijf plus twee is zeven.
Een week telt zeven dagen.
Vijf maal zeven is vijfendertig.
Veertig dollar voor zeven dagen.
Zeven min vier is drie.
Dat is dan zeven dollar, alstublieft.
Ik ontbijt doorgaans om zeven uur.
Toms lievelingsgetal is zeven.
Hij staat om zeven uur op.
Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.
Ik ga morgen vroeg om zeven uur.
Ik ben om zeven uur opgestaan.
We zijn zeven jaar geleden getrouwd.
Maak me wakker om zeven uur.
Deze zin bevat zeven woorden.
- Om zeven uur zal ik weer daar zijn.
- Om zeven uur zal ik weer hier zijn.
Normaal gezien sta ik om zeven uur op.
Hij staat op om tien na zeven.
De opera begint om zeven uur.
Om zeven uur ga ik naar school.
Ik neem mijn avondmaal om zeven uur kwart.
- Om zeven uur kwam ik thuis.
- Ik kwam om zeven uur thuis.
Deze trein bestaat uit zeven rijtuigen.
Hij is de vader van zeven kinderen.
Maak me om zeven uur wakker, alsjeblieft.
Lust is een van de zeven hoofdzonden.
Gulzigheid is een van de zeven hoofdzonden.
We sluiten om 7 uur in de namiddag.
Achter de bergen leefden zeven dwergen.
Vijf plus twee is zeven.
Zijn horloge zei zeven uur.
Vader zal zeker om zeven uur terugkomen.