Examples of using "ähnelt" in a sentence and their dutch translations:
Dit lijkt erop.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Hij lijkt op zijn moeder.
- Mijn huis gelijkt op het uwe.
- Mijn huis lijkt op dat van jullie.
Tom lijkt op zijn vader.
Tom lijkt op zijn moeder.
Ze gelijkt erg op haar moeder.
Uranus lijkt op Neptunus.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Mijn leven lijkt net een sprookje.
Tom lijkt helemaal op iemand die ik ken.
Denk jij dat hij op zijn vader lijkt?
Ik vind niet dat ze op haar moeder lijkt.
- Uw idee is gelijkaardig aan het mijne.
- Jouw idee is gelijkaardig aan het mijne.
Jack gelijkt op zijn vader.
- Zij ziet eruit als haar moeder.
- Ze lijkt op haar moeder.
Hij lijkt op zijn moeder.
Jullie lijken erg op elkaar.
Zij ziet eruit als haar moeder.
Hij lijkt op zijn moeder.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Hoe ouder men wordt, hoe meer de verjaardagstaart lijkt op een fakkeltocht.
Hij lijkt op zijn grootvader.