Translation of "Rechtzeitig" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Rechtzeitig" in a sentence and their dutch translations:

Tom ist rechtzeitig zurückgesprungen.

- Tom sprong net op tijd terug.
- Tom is net op tijd teruggesprongen.

Er kommt nie rechtzeitig.

Hij komt nooit op tijd.

- Sie kamen fast alle rechtzeitig an.
- Fast alle sind rechtzeitig angekommen.

Bijna iedereen kwam op tijd.

Unser Zug kam rechtzeitig an.

Onze trein kwam op tijd.

Er ist nicht rechtzeitig gekommen.

Hij kwam niet op tijd.

Ich kam rechtzeitig zur Schule.

Ik ben op tijd op school gekomen.

Fast alle sind rechtzeitig angekommen.

Bijna iedereen kwam op tijd.

Ich erreichte den Zug rechtzeitig.

Ik heb de trein nog juist gehaald.

Der Zug fuhr rechtzeitig ab.

De trein vertrok op tijd.

- Es gelang ihm, rechtzeitig dort zu sein.
- Er schaffte es, dort rechtzeitig anzukommen.

Hij slaagde erin om daar op tijd te zijn.

Ich schaffte es, rechtzeitig dort hinzukommen.

Het is me gelukt om er op tijd te komen.

Beeil dich, dann kommst du rechtzeitig.

Schiet op, dan zal je op tijd zijn.

Wir haben es geschafft, rechtzeitig anzukommen.

We zijn erin geslaagd op tijd aan te komen.

Hoffen wir, dass wir rechtzeitig ankommen!

Laten we hopen dat we op tijd aankomen.

Er schaffte es, dort rechtzeitig anzukommen.

Hij slaagde erin om daar op tijd te zijn.

Tom ist gerade noch rechtzeitig zurückgesprungen.

Tom is net op tijd teruggesprongen.

Der Zug kam rechtzeitig in Kyoto an.

De trein kwam op tijd aan in Kyoto.

Trotz des Regens kam er rechtzeitig an.

Ondanks de regen kwam hij op tijd aan.

Er rannte, um rechtzeitig dort zu sein.

Hij rende opdat hij op tijd zou zijn.

Beeil dich, damit du rechtzeitig dort ankommst.

Schiet op, dan zal je op tijd zijn.

Er bat mich, ihn rechtzeitig zu wecken.

Hij vroeg me om hem op tijd wakker te maken.

Sie wird es nicht rechtzeitig zum Treffen schaffen.

Ze zal niet op tijd zijn voor de vergadering.

Es bereitet ihm Schwierigkeiten, rechtzeitig wach zu werden.

Hij heeft moeite op tijd wakker te worden.

Rechtzeitig umzukehren ist besser, als sich zu verirren.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Er kam gerade rechtzeitig in der Schule an.

Hij kwam juist op tijd aan op school.

- Er kam rechtzeitig an.
- Er kam pünktlich an.

Hij kwam op tijd aan.

Er wird es nicht rechtzeitig zum Treffen schaffen.

Hij komt te laat voor de vergadering.

Ich kam nicht rechtzeitig zum Abendessen nach Hause.

Ik kwam niet op tijd thuis voor het avondeten.

Krebs kann geheilt werden, wenn er rechtzeitig entdeckt wird.

Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt.

Ich nahm ein Taxi, um rechtzeitig dorthin zu kommen.

Ik nam een taxi om daar op tijd te komen.

Auf dem Lande kommen die Busse meistens nicht rechtzeitig.

Bussen in het land komen gewoonlijk niet op tijd.

- Du wirst dort rechtzeitig ankommen, sofern du nicht den Zug verpasst.
- Sie werden dort rechtzeitig ankommen, sofern Sie nicht den Zug verpassen.
- Ihr werdet dort rechtzeitig ankommen, sofern ihr nicht den Zug verpasst.

Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist.

Ich war nicht rechtzeitig in der Schule an diesem Morgen.

Ik was deze morgen niet op tijd op school.

Es ist zweifelhaft, ob wir rechtzeitig zu Weihnachten fertig werden.

Ik betwijfel of we op tijd klaar zullen zijn voor Kerstmis.

- Er stand früh auf, so dass er rechtzeitig dran ist für den Zug.
- Er stand früh auf, um den Zug rechtzeitig zu erreichen.

Hij stond vroeg op zodat hij op tijd was voor de trein.

Weil du sie rechtzeitig gewarnt hast, hat sie diesen Fehler nicht gemacht.

Als je haar tijdig gewaarschuwd had, had ze deze fout niet gemaakt.

Ihm wurde die Mitgliedschaft gekündigt, weil er seinen Beitrag nicht rechtzeitig bezahlt hatte.

Men heeft hem als lid uitgesloten om dat hij het lidgeld niet op tijd betaald had.

- Ich bin gerannt, um pünktlich zu sein.
- Ich rannte, um pünktlich zu sein.
- Ich bin gerannt, um es noch rechtzeitig zu schaffen.

Ik heb gelopen om op tijd te kunnen zijn.