Examples of using "Produzieren" in a sentence and their dutch translations:
En dat produceert hopen eiwitten.
Bijen produceren honing voor ons.
gedwongen om nestje na nestje biggetjes te werpen,
Ze kunnen de zon niet langer gebruiken om voedsel te produceren.
De tropische regenwouden produceren zuurstof en slorpen koolstofdioxide op.
In november oogst men de olijven van de bomen om er olie van te maken.
Ik sta soms versteld hoeveel troep sommige mensen in één week kunnen maken.