Examples of using "Planst" in a sentence and their dutch translations:
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat voor plannen heb je voor het weekend?
- Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?
- Ben je van plan aan de vergadering deel te nemen?
- Bent u van plan bij de vergadering aanwezig te zijn?
Wat ben je van plan voor het weekend?
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat zijn jouw plannen voor dit weekend?
- Wat voor plannen heb je voor het weekend?
- Wat zijn je plannen voor het weekend?