Translation of "Physik" in Dutch

Er versteht Physik.

Hij begrijpt de natuurkunde.

Er macht Physik.

Hij doet aan fysica.

- Physik interessiert mich kein bisschen.
- Physik interessiert mich überhaupt nicht.

- Natuurkunde interesseert me totaal niet.
- Natuurkunde interesseert me voor geen meter.

Physik ist mein Lieblingsfach.

Natuurkunde is mijn favoriete vak.

- Physik interessiert mich kein bisschen.
- Für Physik interessiere ich mich überhaupt nicht.

Natuurkunde interesseert me totaal niet.

Physik interessiert mich kein bisschen.

Natuurkunde interesseert me totaal niet.

Für Physik interessiere ich mich überhaupt nicht.

- Natuurkunde interesseert me totaal niet.
- Natuurkunde interesseert me voor geen meter.

Die Mathematik ist wie die Logik der Physik.

Wiskunde is net zoals de logica van de natuurkunde.

Masse und Gewicht sind zwei unterschiedliche Begriffe der Physik.

Massa en gewicht zijn twee onderscheidbare begrippen van de fysica.

Ich mag Physik und Mathematik mag ich noch mehr.

Ik hou van natuurkunde, maar nog meer van wiskunde.

Perry irrt sich, wenn er davon ausgeht, dass Emmets Theorie ohne Rückbezug auf die newtonsche Physik konstruiert wurde.

Perry heeft zich vergist door te denken dat Emmets theorie geconstrueerd is zonder verwijzing naar de Newtoniaanse natuurkunde.