Translation of "Pferde" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Pferde" in a sentence and their dutch translations:

Pferde rennen.

Paarden rennen.

- Sind das deine Pferde?
- Sind das eure Pferde?
- Sind das Ihre Pferde?

- Zijn dat jouw paarden?
- Zijn dat uw paarden?
- Zijn dat jullie paarden?
- Zijn dit uw paarden?
- Zijn dit jouw paarden?
- Zijn dit jullie paarden?

- Das Mädchen mag Pferde.
- Das Mädchen hat Pferde gern.
- Das Mädchen liebt Pferde.

Het meisje houdt van paarden.

Tom liebt Pferde.

Tom houdt van paarden.

Pferde sind Tiere.

Paarden zijn dieren.

Ich mag Pferde.

Ik hou van paarden.

Ich liebe Pferde.

- Ik hou van paarden.
- Ik houd van paarden.

Pferde fressen Gras.

Paarden eten gras.

Tom liebte Pferde.

Tom hield van paarden.

Maria mag Pferde.

Maria vindt paarden leuk.

Maria liebt Pferde.

Maria houdt van paarden.

- Alle Pferde sind Tiere, jedoch nicht alle Tiere sind Pferde.
- Alle Pferde sind Tiere, aber nicht alle Tiere sind Pferde.

Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.

Alle Pferde sind Tiere, jedoch nicht alle Tiere sind Pferde.

Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.

Alle Pferde sind Tiere, aber nicht alle Tiere sind Pferde.

Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.

- Tom kümmerte sich um die Pferde.
- Tom pflegte die Pferde.

Tom zorgde voor de paarden.

- Ich verkaufe die Pferde nicht.
- Die Pferde verkaufe ich nicht.

Ik verkoop de paarden niet.

Heu ist für Pferde.

Hooi is voor paarden.

Tom wettet auf Pferde.

Tom gokt op paarden.

Pferde sind nützliche Tiere.

Paarden zijn nuttige dieren.

Die Pferde laufen schnell.

Paarden rennen snel.

Diese Pferde sind ihre.

- Deze paarden zijn van haar.
- Deze paarden zijn van hen.

Diese Pferde sind Ihre.

Deze paarden zijn van jullie.

Pferde sind gefährliche Tiere.

Paarden zijn gevaarlijke dieren.

Sind das deine Pferde?

- Zijn dat jouw paarden?
- Zijn dit jouw paarden?

Sind das eure Pferde?

- Zijn dat jullie paarden?
- Zijn dit jullie paarden?

Sind das Ihre Pferde?

- Zijn dat uw paarden?
- Zijn dit uw paarden?

Wo sind deine Pferde?

- Waar zijn uw paarden?
- Waar zijn jullie paarden?
- Waar zijn jouw paarden?

Das Mädchen mag Pferde gern.

Het meisje houdt van paarden.

Pferde sind anders als Esel.

Paarden verschillen van ezels.

Pferde sind sehr empfindsame Tiere.

Paarden zijn zeer gevoelige dieren.

Pferde unterscheiden sich von Eseln.

Paarden verschillen van ezels.

Wie viele Pferde gibt es in Schweden?

Hoeveel paarden zijn er in Zweden?

Es nahmen nur vier Pferde am Rennen teil.

Er deden maar vier paarden mee aan de race.

Löwen, Wölfe, Elefanten und Pferde sind alle Tiere.

Leeuwen, wolven, olifanten en paarden zijn allemaal dieren.

Pferde mögen keine Butterblumen, sie lassen sie auf der Wiese stehen.

Paarden houden niet van boterbloemen, die laten ze gewoon staan in de wei.

Er ließ vier Pferde unter sich töten und führte persönlich den letzten, zum Scheitern verurteilten Angriff

Hij had vier paarden gedood onder hem, en leidde persoonlijk de laatste, gedoemde aanval van

Wenn diese Organisation so belassen wird, wie sie ist, wird sie bald bankrott sein. Ihre Sanierung ist genauso schwierig, wie wenn man die Pferde wechseln wollte, während man dabei ist, einen Fluss zu durchqueren.

Als deze organisatie zo blijft zal ze binnenkort bankroet gaan. Haar herstel is zo moeilijk als van paard wisselen terwijl je een beek oversteekt.