Examples of using "Nutzlos" in a sentence and their dutch translations:
- Het is zinloos.
- Het heeft geen zin.
Ik ben nutteloos.
Je bent een nietsnut.
- Ze zijn nutteloos.
- Zij zijn nutteloos.
Hij is nutteloos.
Verontschuldigingen zijn nutteloos.
Italiaanse televisie is nutteloos.
Omdat die taal niet nuttig is.
Italiaanse televisie is nutteloos.
Je bent een nietsnut.
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.
Het lijkt waardeloos.
In de jungle is geen enkel leven zinloos.
- Je bent een nietsnut.
- Je bent een deugniet.