Examples of using "Jenes" in a sentence and their dutch translations:
- Die auto is van hem.
- Dit is zijn auto.
- Dat witte gebouw is een ziekenhuis.
- Dat wit gebouw is een ziekenhuis.
Wat is de naam van het restaurant?
Dat huis is veel beter dan dit.
Dit hotel is beter dan dat andere.
Dat gebouw met het bruine dak is een kerk.
Dit land heeft zich ingelaten met de binnenlandse zaken van ons land.
Dat is mooi, en dit is ook mooi.
Dit hotel is beter dan dat andere.
Dit boek is niet zo interessant als dat boek.