Examples of using "Braunen" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je liever witte of bruine rijst?
- Hebben jullie liever witte of bruine rijst?
Ik zou deze bruine das nemen.
Onze kat is wit met bruine vlekken.
Zwarte veters op bruine schoenen? Dat past niet samen!
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Dat gebouw met het bruine dak is een kerk.
Het licht van herfstmiddagen kleurt het landschap in gele, oranje, rode, gouden en bruine tinten.