Examples of using "Grüßte" in a sentence and their dutch translations:
Tom zei hallo.
Hij begroette de vrouw.
Hij kwam binnen en groette.
Het jongetje zei me gedag.
Glimlachend begroette ze de heer Kato.
Glimlachend begroette ze de heer Kato.
Nancy groette mij aan de overkant met een knik.
Toen hij mij zag, nam hij zijn hoed af en groette mij.
Hij begroette de dame.