Translation of "Geflogen" in Dutch

0.060 sec.

Examples of using "Geflogen" in a sentence and their dutch translations:

Tom ist geflogen.

- Tom stal.
- Tom vloog.
- Tom was aan het vliegen.
- Tom was aan het stelen.

Ein Baseball kam durch das Fenster geflogen.

Een honkbal kwam door het raam gevlogen.

Bist du schon mal im Flugzeug geflogen?

Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

Seid ihr schon einmal mit einem Ballon geflogen?

Hebben jullie wel eens met een luchtballon gevlogen?

Sind Sie schon einmal mit einem Ballon geflogen?

Heeft u wel eens met een luchtballon gevlogen?

- Bist du schon einmal mit dem Flugzeug verreist?
- Bist du schon mal im Flugzeug geflogen?
- Bist du schon einmal geflogen?

Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?

Die Vögel sind südwärts geflogen, auf der Suche nach Wärme.

De vogels vlogen naar het zuiden, op zoek naar warmte.

Ist jemand von euch schon einmal mit einem Hubschrauber geflogen?

Heeft iemand van jullie al eens met een helikopter gevlogen?

Es kommen dir keine gebratenen Tauben in den Mund geflogen.

De gebraden kippen vliegen je niet in de bek.

- Er ist von London nach Paris geflogen.
- Er flog von London nach Paris.

Hij vloog van London naar Parijs.

- Ich bin noch nie in einem Flugzeug gewesen.
- Ich bin noch nie mit dem Flugzeug geflogen.

Ik heb nog nooit op een vliegtuig gezeten.

- Was hast du getan, dass man dich der Schule verwiesen hat?
- Was hast du getan, dass du von der Schule geflogen bist?

Wat heb je gedaan om van school gestuurd te worden?