Examples of using "Geflogen" in a sentence and their dutch translations:
- Tom stal.
- Tom vloog.
- Tom was aan het vliegen.
- Tom was aan het stelen.
Een honkbal kwam door het raam gevlogen.
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
Hebben jullie wel eens met een luchtballon gevlogen?
Heeft u wel eens met een luchtballon gevlogen?
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
De vogels vlogen naar het zuiden, op zoek naar warmte.
Heeft iemand van jullie al eens met een helikopter gevlogen?
De gebraden kippen vliegen je niet in de bek.
Hij vloog van London naar Parijs.
Ik heb nog nooit op een vliegtuig gezeten.
Wat heb je gedaan om van school gestuurd te worden?