Examples of using "Ballon" in a sentence and their dutch translations:
Zij lieten een ballon op.
Ik blaas mijn ballon op.
De ballon ging langzaam omhoog.
Tom blaast een ballon op.
Er zweefde een ballon in de lucht.
De ballon is gevuld met lucht.
Tom vulde de ballon met helium.
Hebben jullie wel eens met een luchtballon gevlogen?
Heeft u wel eens met een luchtballon gevlogen?