Translation of "Freigesprochen" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Freigesprochen" in a sentence and their dutch translations:

- Er wurde freigesprochen.
- Er ist freigesprochen worden.

Hij werd vrijgesproken.

Tom wurde wegen Mangels an Beweisen freigesprochen.

Tom werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

Tom wurde wegen entlastender Zeugenaussagen freigesprochen, doch vom wahren Täter fehlt jede Spur.

Tom werd vrijgesproken dankzij ontlastende getuigenverklaringen, maar er is geen spoor van de echte dader.

Im Namen des Volkes ergeht folgendes Urteil: Der Angeklagte wird freigesprochen. Die Kosten des Verfahrens trägt die Staatskasse.

In naam van het volk wordt het volgende vonnis uitgesproken: De beklaagde wordt vrijgesproken. De kosten van de procedure komen ten laste van de staat.