Translation of "Trägt" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Trägt" in a sentence and their dutch translations:

- Tom trägt kurze Lederhosen.
- Tom trägt Ledershorts.

- Tom draagt lederen shorts.
- Tom draagt leren shorts.

Sie trägt Ohrringe.

Ze draagt ringen aan haar oren.

Er trägt Handschuhe.

Hij draagt handschoenen.

Trägt das Eis?

- Houdt het ijs?
- Zal het ijs houden?

Tom trägt Seidenkrawatten.

Tom draagt zijden stropdassen.

Sie trägt Zöpfe.

Ze draagt vlechten.

Sie trägt Strumpfhosen.

- Ze draagt een panty.
- Ze draagt kousen.

Tom trägt Hosenträger.

Tom draagt bretels.

Tom trägt Perücke.

Tom draagt een pruik.

Trägt Tom Stiefel?

Draagt Tom laarzen?

- Maria trägt einen Silberring.
- Maria trägt einen silbernen Ring.

Mary draagt een zilveren ring.

- Tom trägt ein neues Paar Schuhe.
- Tom trägt neue Schuhe.

Tom draagt een paar nieuwe schoenen.

Eine Krankenschwester trägt Weiß.

Een verpleegster kleedt zich in het wit.

Er trägt eine Brille.

Hij draagt een bril.

Tom trägt nie Rot.

Tom draagt nooit rood.

Sie trägt wunderschöne Kleider.

Ze draagt mooie kleren.

Maria trägt eine Wassermelone.

Mary draagt een watermeloen.

Tom trägt einen Hut.

Tom draagt een hoed.

Maria trägt keinen Büstenhalter.

Maria draagt geen bh.

Sie trägt eine Sonnenbrille.

- Ze draagt een zonnebril.
- Zij heeft een zonnebril op.

Er trägt einen Hut.

Hij draagt een hoed.

Sie trägt immer Schwarz.

Ze is altijd in het zwart gekleed.

Er trägt einen Kilt.

Hij draagt een kilt.

Tom trägt schlichte Kleidung.

Tom draagt eenvoudige kleren.

Er trägt eine Sonnenbrille.

Hij draagt een zonnebril.

Tom trägt eine Brille.

Tom draagt ​​een bril.

Maria trägt einen Silberring.

Mary draagt een zilveren ring.

Tom trägt kein Hemd.

- Tom heeft geen shirt aan.
- Tom heeft geen hemd aan.
- Tom heeft geen overhemd aan.

Tom trägt neue Schuhe.

Tom draagt nieuwe schoenen.

Tom trägt nie Pink.

Tom draagt ​​nooit roze.

Sie trägt einen Hut.

Ze draagt een hoed.

Sie trägt nie grün.

Ze draagt ​​nooit groen.

Tom trägt weiße Socken.

Tom draagt witte sokken.

Tom trägt Johns Schuhe.

Tom draagt de schoenen van John.

Tom trägt einen Ring.

Tom draagt een ring.

Tom trägt ein Hörgerät.

Tom draagt een hoorapparaat.

Tom trägt oft Sandalen.

Tom draagt vaak sandalen.

Sie trägt schöne Kleider.

Ze draagt mooie kleren.

Maria trägt nie Ohrringe.

Maria draagt nooit oorbellen.

Sie trägt eine Brille.

Zij draagt ​​een bril.

Was trägt Tom gerade?

Wat heeft Tom aan?

Sie trägt ein blaues Kleid.

Ze draagt een blauwe jurk.

Salzwasser trägt besser als Süßwasser.

Zout water heeft meer drijfvermogen dan zoet water.

Hiromi trägt ein neues Kleid.

Hiromi draagt een nieuwe jurk.

Sie trägt eine wertvolle Halskette.

Ze draagt een dure halsketting.

Er trägt immer blaue Hemden.

Hij draagt altijd blauwe hemden.

Der Junge trägt eine Brille.

De jongen draagt een bril.

Sie trägt einen teuren Ring.

- Ze draagt een dure ring.
- Ze draagt een waardevolle ring.

Der Polizist trägt eine Gasmaske.

De politieagent draagt een gasmasker.

Tom trägt gewöhnlich seidene Schlafanzüge.

Tom draagt gewoonlijk zijden pyjama's.

Tom trägt eine dicke Brille.

- Tom draagt een dikke bril.
- Tom heeft dikke brillenglazen.

Tom trägt einen neuen Mantel.

Tom draagt een nieuwe jas.

Tom trägt stets einen Hut.

Tom heeft altijd een hoed op.

Sie trägt immer modische Kleidung.

Ze draagt altijd modieuse kleding.

Dieser Brief trägt keine Unterschrift.

Deze brief is niet ondertekend.

Maria trägt ein gelbes Kleid.

Maria draagt ​​een gele jurk.

Der Ast trägt viele Blätter.

De tak is vol met bladeren.

Sie trägt immer auffallende Kleider.

Ze draagt altijd opzichtige kleren.

Der Mann trägt eine Brille.

De man draagt een bril.